Door Noortje Maranus
Over ‘gekken’ en de literatuur die zij schrijven bestaan veel vooroordelen. Dat signaleerde letterkundige Noortje Maranus ook in de receptie van het werk van J.M.H. Berckmans. Daarom doet zij in dit artikel een oproep tot een meer inclusieve, stigmavrije lectuur van literatuur door ‘gekken’. In haar analyse heeft zij zowel aandacht voor Berckmans’ schrijversfiguur als voor zijn teksten. Maranus stelt dat in zijn poëtica lyrische aspecten en ontregeling van de tekst als structureringsprincipes worden ingezet. Dergelijke ontregeling blijkt geen willekeurige uiting van gekte, maar juist een problematisering ervan. Op deze manier pleit zij voor een lectuur van Berckmans’ werk waarbij de binaire oppositie tussen gek en normaal op losse schroeven wordt gezet.