Vooys 41.3 ‘Te water’ is uit!
Duik, via de literatuur, met ons mee het diepe in!
De zee en het zeeleven spelen al sinds mensenheugenis een rol in kunst, cultuur en religie. De mens is daarin vaak de actor en het water een decor. Maar door de huidige klimaatproblematiek is een groeiend bewustzijn voor het belang van water en een groeiende belangstelling voor de complexe relatie tussen mens en water ontstaan. Dit dringt ook door in de kunst en de literatuurwetenschappen. In dit nummer sluit Vooys aan bij de oproep vanuit de ecokritische substroming blue humanities om een grotere aandacht te schenken aan onze aquatische omgeving en de relatie tussen mens en water
In het eerste artikel bespreekt emeritus hoogleraar Franstalige literatuur Paul J. Smith de beschrijving van de Braziliaanse aquafauna en de inheemse bevolking, de Tupinamba, in het vroegmoderne reisverslag Histoire d’un voyage faict en la terre du Bresil (1578) van de protestantse Jean de Léry (1536-1613). Ook vergelijkt hij dit met een ander reisverslag, dat van de katholieke André Thevet 1516-1590), waarmee Léry in polemiek trad.
Neerlandica Loranne Davelaar onderzoekt de relatie tussen vrouwelijkheid en water in de poëzie van drie twintigste-eeuwse vrouwelijke dichters. Op basis van een ecofeministische lezing van gedichten van Henriette Roland Holst, M. Vasalis en Sonja Prins bespreekt ze de verwevenheid tussen tijd, gender en water en biedt zo alternatieve inzichten in de verwevenheid van hun poëtische oeuvres en mogelijke relaties tussen menselijke en niet-menselijke natuur.
Literatuurwetenschapper Corneli Vinke vergelijkt de kopergravures en beschrijvingen van het onbekende in ‘Het eiland Bouro of Boero’ uit Johan Nieuhofs Zee- en lantreize (1682) met elkaar. Ze toont aan hoe de gedetailleerde beschrijvingen en gravures samen een contrasterende betekenis creëren en het werk als propagandamiddel voor de VOC functioneerde.
Neerlandicus Daan van den Broek werpt een kritische blik op de collectieve herinnering aan de vroegkoloniale Nova Zembla-expeditie. Hij combineert een ecokritische lezing van een recente roman over de expeditie, de roman Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost (2022) van Donald Niedekker, met een semiotische lezing van het smeltende, arctische landschap van Spitsbergen. Hij betoogt dat tekst en landschap in wisselwerking met elkaar betekenis creëren en een alternatieve, posthumanistische herinneringsdynamiek mogelijk maken.
Verder staan in dit nummer een interview met schrijver Nikki Dekker, de vaste rubrieken ‘In de Kast’ en ‘Stijlbreuk’, en een drietal recensies.
Voor een volledig overzicht van de inhoud klikt u hier. Een selectie van onze artikelen kunt u binnenkort ook online lezen op onze website.
Cover: Melanie Kranenburg