‘Voor als je stuk bent’ van Schiavone Simson

Lezen is heerlijk en dat mag geuit worden. Vooys laat eens in de zoveel tijd een redactielid aan het woord over het schrijfsel waarin hij of zij zich verdiept. Deze week: wat leest Joshua? In de poëziebundel Voor als je stuk bent neemt Schiavone Simson de lezer mee op een reis van zwaar naar licht.

Voor als je stuk bent (2020) is de debuutbundel van dichteres, performance-artiest en singer-songwriter Schiavone Simson (1997). Dit boek, op de longlist voor de C. Buddingh’-prijs, kan worden gekarakteriseerd als een hele eerlijke bundel; in verschillende interviews heeft ze openlijk aangegeven dat dit grotendeels een autobiografisch boek is.

De dichter uit Amsterdam met een Surinaamse achtergrond deelt verhalen en gedachten over onder andere een ritje met de taxichauffeur, een vakantie in Suriname, een taalexperiment met de schooljuffrouw. Ze deelt wijsheden die ze heeft geleerd op het gebied van depressie, liefde, liefdesverdriet, eenzaamheid, onzekerheid, identiteit, het helen en het samen zijn. Dat zijn dan ook meteen de hoofdstukken van deze bundel; aan de hand van deze thema’s neemt Schiavone ons mee op een reis van zwaar naar licht.

Over dit boek valt veel te zeggen en men kan er vanuit verschillende kanten naar kijken. Traditioneel gezien tracht veel poëzie juist verhullend, mysterieus en multi-interpretationeel te zijn met behulp van taal. Poëzie gebruikt wat Michel Riffaterre zou noemen ‘ongrammaticaliteiten’: momenten dat de lezer gaat twijfelen aan de ‘werkelijkheidsillusie’ van een gedicht door gaten en onduidelijkheden. Dit doet een gedicht met behulp van figuurlijk, ambigu, tegenstellig, of onzinnig taalgebruik. In deze bundel is daar weinig sprake van. Er zijn opvallend weinig metaforen en weglatingen; veel dingen worden letterlijk gezegd en kunnen vrijwel ondubbelzinnig begrepen worden.

In eerste instantie was ik hier teleurgesteld in, vervolgens begon ik er, bij tweede lezing, op een andere manier naar te kijken. In plaats van te zoeken waar en hoe dingen door taal verhuld worden, want dat is gewoon niet wat deze bundel doet en wil, zocht ik naar de onthulling, de connectie met de lezer en het openlijk praten over gevoelens in deze bundel. Schiavone schrijft over alledaagse fenomenen waar we allemaal mee te maken hebben. Zo kon ik me als lezer vinden in het gedicht ‘Slaapdronken’ (13) waarin de ‘ik’ moe wakker wordt en geen zin heeft om aan de dag te beginnen. Ook vertelt Schiavone de lezers, waarvan velen waarschijnlijk weleens ‘down’ of zelfs depressief zijn, dat het oké is ‘om zo nu en dan dood te willen’ (10). In een groot aantal gedichten, zoals het titelgedicht, worden expliciet lessen met ons gedeeld zoals ‘Soms moet je stukgaan zodat je weet / waar je van gemaakt bent’ (103).

Naast emotionele gevoelens, is er ook veel aandacht voor het lichaam en de lichamelijke gevoelens die de lezer kunnen ontroeren en waarmee deze zich kan identificeren. Het gedicht ‘Armen’ (30) doet dit bijzonder mooi. Ook ‘Lichaam’ (36) slaagt hier enorm in. Bij het lezen van de laatste regel ervoer ik een bijna onbeschrijfbaar samentrekken in mijn buik.

Lichaam

Degene die jij je lichaam hebt aangeboden
heeft het niet geaccepteerd.
Je hebt niets ontvangen en
bent dus geen crediteur.
Het is nog steeds van jou.
Met het hart en het hoofd
En de dode vlinders in je buik.

Voor als je stuk bent is, kortom, een troostende bundel, en dat verdient veel lof; genoeg mensen die troost nodig hebben in een tijd als deze. Schiavones eerlijkheid wordt, in ieder geval door mij, enorm gewaardeerd en ik geloof dat ze in de toekomst zal groeien als dichter.