Boeken FM: de afwas was nog nooit zo literair

In onze rubriek ‘Nieuwe Buitelingen’ nemen Vooys-redacteuren u mee naar een bijzonder literair initiatief in Nederland. In deze driedelige serie staan literaire podcasts centraal. Ze lijken wel als paddenstoelen uit de grond te schieten de laatste tijd, maar wat voor soort genre is de literaire podcast eigenlijk? Hoe verhouden ze zich tot andere vormen van literatuur(beschouwing)? En: zijn ze het luisteren waard? Om dat soort vragen te beantwoorden, beluisteren Vooys-redacteuren verschillende Nederlandse literatuurgerelateerde podcasts. Anne Sluijs, inmiddels oud-redacteur, opent het drieluik met een verslag van BoekenFM.

In tijden waarin constant gerept wordt over de zogenaamde ontlezing, is het niet vreemd dat uitgevers en andere organisaties in het boekenvak op zoek gaan naar nieuwe vormen om verhalen te vertellen. Eén van die vormen die we steeds vaker zien opduiken is de podcast: een serie afleveringen met wisselend format (interviews, waargebeurde verhalen, reportages) die je online kunt luisteren door te streamen of te downloaden. Ikzelf ben geen fervent podcast-luisteraar. Ik luisterde weleens iets als ik het toevallig tegenkwam – zoals de serie Lees Dees van de VPRO in samenwerking met het Letterenfonds. Een tijdje terug ontdekte ik een nieuwe podcast over literatuur, met de simpele doch heldere naam Boeken FM. De podcast gaat inderdaad over boeken en het is moeilijk te zeggen waarin het zich onderscheidt van een radio-uitzending, behalve dan dat het niet live is.

Volgens de omschrijving wordt iedere maand ‘een actueel, relevant of gewoon ijzersterk boek’ besproken door Ellen Deckwitz en Joost de Vries onder leiding van Peter Buurman – ja, die van de Sampler. Het betreft een samenwerking tussen De Groene Amsterdammer en uitgeverij Das Mag, en er verschenen tot nu toe acht afleveringen. Ze duren gewoonlijk rond de 50 minuten, maar de eerste aflevering die ik beluisterde besloeg bijna anderhalf uur. In deze speciale editie bespraken Deckwitz, De Vries en Buurman uitvoerig alle boeken van de shortlist van de Libris Literatuurprijs. Ideaal eigenlijk, want ik had zelf twee van de zes boeken gelezen (Pfeijffer en Van Heemstra) maar wist zo toch genoeg af van de andere titels om mee te speculeren over de toekenning van de prijs. Per boek werd een samenvatting en oordeel gegeven, waarbij de auteurs ook passages voorlazen die hen aanspraken.

Aan het eind van die aflevering volgde een voorspelling wie zou winnen – alle drie hoopten ze op De Pelikaan van Martin Michael Driessen, maar ze zetten hun ‘Pepsi Max en Croky chips’, waarvan ze blijkbaar in de opnamestudio voorzien waren, op En we noemen hem van Das Mag-auteur Marjolijn van Heemstra. Niemand verwachtte dat het boek van Murat Isik de winnaar zou worden, waarvan in de bespreking al bleek dat Deckwitz en De Vries het ‘in literair opzicht niet interessant’ vonden. Het bracht Buurman ertoe de vraag voor te leggen wat nu een boek literatuurprijswaardig maakt. (Buurman: ‘Moet een boek wel ‘meerlagig’ zijn, kan niet ook gewoon een fijne leeservaring vooropgesteld worden?’ Deckwitz: ‘Maar is de fijne leeservaring niet altijd een gevolg van de meerlagigheid?’ (…) De Vries: ‘Ja, kom op, daar wil ik me wel hard voor maken! Oorlog en vrede is ook een hele fijne leeservaring als je je eraan overgeeft.’) De interactie tussen de drie sprekers werkt goed, met Buurman die vaak een onwetende positie inneemt en door blijft vragen, en Deckwitz en De Vries die veel, zo niet alles, afweten van de Nederlandse boekenwereld en niet schromen hun uitgesproken meningen te geven.

De reguliere afleveringen zijn korter en kennen maar één boekbespreking. Toch slagen de presentatoren er prima in drie kwartier vol te praten. Tussen de bespreking door worden er vragen beantwoord die ingestuurd zijn door luisteraars, zoals ‘Is er een roman waar jullie hardop om hebben gehuild?’, waar in alle eerlijkheid op wordt geantwoord. Er worden zowel oorspronkelijk Nederlandstalige als boeken uit andere talen besproken: zo werden De trooster van Esther Gerritsen en Club Mars van Rachel Kusner reeds behandeld. Tot nu toe kwamen alleen romans aan bod, geen poëziebundels of literaire non-fictie. Er lijkt geen constante te zitten in de selectie, slechts het grote aandeel vrouwelijke auteurs valt op (hoera!). Er werden nog geen boeken van Das Mag besproken, op En we noemen hem in de Libris-editie na. Het is te begrijpen dat de uitgeverij voor haar geloofwaardigheid niet een auteur uit eigen stal naar voren schuift, maar aan de andere kant vraag je je wel af welk belang Das Mag er dan bij heeft om boeken van de concurrent onder de aandacht te brengen.

Is deze podcast de moeite waard? Vijftig minuten lang aandachtig luisteren naar dit gezellige geklets hou ik eigenlijk niet vol, laat staan anderhalf uur. Het had wat mij betreft best een kwartier korter gekund om de spanning erin te houden. Maar als je ernaar luistert zoals je naar de radio zou doen, dan: ja. Dat lijkt ook precies de bedoeling geweest te zijn van de makers. ‘Volgens mij heeft de helft van de luisteraars de radio uitgezet,’ verspreekt Deckwitz zich zelfs na een flauw Sinterklaasgedicht van De Vries naar aanleiding van een passage uit de roman van Van Heemstra. Ik luister de afleveringen bij voorkeur tijdens het ophangen van de was, tijdens de afwas of in het OV. De sprekers zijn sympathiek en geven je het gevoel alsof je bij een leesclub zit zonder zelf deel te nemen. En dat is een prima gevoel, want is er iemand die het boek voor de leesclub ooit op tijd uit heeft?