Lezen is heerlijk en dat mag geuit worden. Vooys laat eens in de zoveel tijd een redactielid aan het woord over het schrijfsel waarin hij of zij zich verdiept. Deze keer: wat leest Katelijn?
Al lang vrezen mensen de tijd waarin technologie zelfbewustzijn ontwikkelt en vervolgens de heerschappij van de mens verwerpt. Sciencefictionverhalen waarin grote robotopstanden de mens onderwerpen (denk aan boeken met titels als Robopocalypse) zijn niet meer weg te denken uit de boekwinkel. Dat een toekomst met kunstmatige intelligentie ook harmonieus kan zijn laat de Brits-Japanse Nobelprijswinnaar Kazuo Ishiguro zien in Klara and the Sun. In dit gevoelige verhaal bouwt de slimme en empathische Kunstmatige Vriendin Klara een band op met het zieke meisje Josie en helpt ze haar op weg naar een beter leven. Voor deze Vooys Leest las ik de Nederlandse vertaling van Peter Bergsma, Klara en de Zon, van uitgeverij Atlas Contact.
In de wereld van Klara en Josie zijn technologie en kunstmatige intelligentie sterk met het leven van mensen verweven. Het decor dat Ishiguro schetst voor zijn verhaal voelt dan ook afwisselend vertrouwd en vervreemdend. Mensen gebruiken hun ‘rechthoek’, hun digitale apparaat, om te communiceren met elkaar of om vermaakt te worden. Kinderen volgen zelfs thuis onderwijs via deze rechthoek. Ouders die het zich kunnen veroorloven kopen een Kunstmatige Vriend of Vriendin om hun kind gezelschap te houden en om de gezondheid van hun kind in de gaten te houden. Maar de invloed van technologie op mensenlevens wordt niet alleen maar geprezen. Interessant is de discussie over het ‘optillen’, ofwel het genetisch manipuleren van kinderen. De ouders van Rick, de beste vriend van Josie, hebben hem niet opgetild en hij ondervindt daar gedurende zijn hele leven de gevolgen van. Hij vindt weinig aansluiting met zijn leeftijdsgenoten en wordt niet toegelaten tot de universiteit, omdat de concurrentie van opgetilde kinderen te groot is. Hoewel genetische manipulatie bij mensen nog toekomstmuziek is in onze maatschappij, lijkt deze discussie op het maatschappelijk debat over kansenongelijkheid bij kinderen. Dit is wat het verhaal sterk maakt: Kunstmatige Vriendin Klara werpt een nieuwe blik op bekend menselijk gedrag.
Klara, die een uitzonderlijk waarnemingsvermogen heeft, is dan ook in staat om dingen te zien die de menselijke personages ontgaan. Ze is geprogrammeerd om geavanceerde zaken waar te nemen, zoals de precieze toonhoogte van Josies stem, of de uiterlijke kenmerken van objecten die buiten haar gezichtsveld vallen. Maar ze merkt juist ook vaak de schoonheid op van een omgeving, of de liefde die spreekt uit een knuffel van Moeder en Josie. Dit beschrijft de auteur in duidelijke taal in een rustig tempo, wat past bij de belevingswereld van een robot die is gecreëerd voor efficiëntie. Maar Klara is niet zomaar een gevoelloos ding, ze is een intelligent wezen met emoties, zoals ze uitlegt aan de Moeder: ‘Ik geloof dat ik veel gevoelens heb. Hoe meer ik observeer, des te meer gevoelens er voor me beschikbaar komen’. Klara’s relatie met de Zon maakt haar nog menselijker. Ze werkt op zonne-energie, wat de Zon essentieel maakt voor haar bestaan, en wijst er ook bijzondere krachten toe. In een mooie, gevoelige passage tijdens zonsondergang bidt ze zelfs tot de zon voor Josies genezing. Ishiguro laat de grens tussen mens en ding vervagen door Klara emotionele en spirituele eigenschappen te geven.
Wat ons precies tot mensen maakt is een vraag die de personages gedurende het boek vaak stellen. Ishiguro wist bij mij in ieder geval net zo veel sympathie op te wekken voor Klara als voor een menselijk personage. Of een robot ooit een mens zou kunnen vervangen, daar twijfelt Klara zelf ook aan: ‘Maar hoe ik ook mijn best deed, ik geloof nu dat er altijd iets buiten mijn bereik zou zijn gebleven. De Moeder, Rick, Melania Huishoudster, de Vader. Ik heb nooit bereikt wat zij in hun hart voor Josie voelden.’