Hoe schoon is Lebak? Of: de hand in eigen boezem

Illustratie: De Balie.

In onze online rubriek ‘Nieuwe Buitelingen’ bespreekt een Vooys-redacteur een bijzonder literair initiatief in Nederland. Dit keer bezocht Niels Mulder de avond Rebelse Schrijvers: Wie zijn onze Multatuli’s? in De Balie in Amsterdam.

De rebelse schrijver Multatuli mocht de afgelopen pakweg honderdvijftig jaar opvallend vaak op een plaats in de eregalerij van het steeds verschuivende literaire establishment rekenen. Van de Tachtigers tot Forum en van Merlyn-kopstukken als J.J. Oversteegen tot ‘postmoderne’ academici als Saskia Pieterse – Multatuli geldt tot op de dag van vandaag als een Belangrijk Schrijver voor velen van hen die de dienst uitmaken in de literatuur(wetenschap). Rebellie bezongen door de gevestigde literaire orde; een enigszins paradoxaal en vooral tragisch lot eigenlijk voor zo’n dwarse man.

Op donderdag 7 maart stond juist het engagement in Multatuli’s schrijverschap centraal tijdens de avond Rebelse schrijvers: Wie zijn onze Multatuli’s?, georganiseerd door het Multatuli-genootschap, Stichting Hope XXL en De Balie. Moderator Sarah Sluimer sprak tijdens het eerste gedeelte van de avond met Elsbeth Etty en Dik van der Meulen over het leven en werk van Multatuli zelf.

Als respectievelijk voorzitter van het Multatuli-genootschap en Multatuli-biograaf mag hun enthousiasme over deze auteur niet verbazen. In korte tijd gaven ze een overzicht van het, in Etty’s woorden, ‘nog steeds spectaculaire’ engagement van Multatuli; hij was (soort van) feminist, streed tegen de uitbuiting van de medemens en was fel gekant tegen religie. Voor anno achttienzoveel zijn dat natuurlijk bewonderenswaardig vooruitstrevende standpunten, maar laten we eerlijk zijn, toegepast op 2019 schiet het predicaat ‘rebels’ je niet meteen te binnen. Zeker voor het progressieve publiek van De Balie zijn dit soort – vooral door Etty – constant bezongen maatschappelijke ideeën inmiddels gemeengoed geworden.

Hoewel ze het te midden van de twee aarts-Multatulianen niet zo liet blijken, leek ook Sluimer sceptisch over de relevantie van de inhoudelijke kant van Multatuli’s engagement. Ze probeerde erachter te komen wat Multatuli ons dan nog wel zou kunnen leren. Etty betoogde dat de urgentie waarmee Multatuli schreef een voorbeeld kan zijn voor veel schrijvers: iedere auteur moet ‘zijn of haar Lebak hebben’, stelde ze in de woorden van Jan Wolkers. Van der Meulen leerde de geëngageerde schrijvers van vandaag een belangrijke literatuur-historische les: Multatuli was zeker niet de enige geëngageerde schrijver uit zijn tijd, ‘hij was alleen een betere schrijver. En om die reden lezen we hem nog.’ Voor een plekje in de canon prevaleren literaire kwaliteiten nog altijd boven de aanwezigheid van engagement.

Na een verhalend en muzikaal intermezzo door Aafke Romeijn over de rechts-populistische politicus Jörg Haider, sprak Sluimer verder over het engagement in de hedendaagse literatuur met Maartje Wortel en Vamba Sherif. Die laatste maakte zich samen met Ebissé Rouw onlangs nog authentiek kwaad als redacteur van de bundel Zwart (2018). Deze bloemlezing van het werk van Laaglandse schrijvers afkomstig uit de Sub-Sahara moest ‘het Nederlandstalige literaire landschap (…) voorgoed veranderen’. (Rouw & Sherif 2018: 6) Etty kan gerust zijn: met die urgentie lijkt het wel goed te zitten.

Sherif was in het gesprek nogal kritisch over de Nederlandse literatuur: ‘Er zijn hier gewoon heel weinig schrijvers die echt ertoe doen.’ Waarvan akte. Maar waar gaat het dan precies mis? In een poging om Sherif zijn kritiek en visie te laten concretiseren zette Sluimer hem voor het (hypothetische) blok: ‘Stel, je bent nu hoofduitgever bij de Bezige Bij. Wat ga je doen?’ Daarop antwoordde Sherif ontwijkend met een exposé over de essentie van literatuur. Volgens hem moet een roman bovenal een ‘zoektocht naar schoonheid’ zijn. Ik moest mij inhouden niet te roepen: ‘schoonheid schoonheid heeft haar gezicht verbrand!’ Sherif wilde toch het Nederlandse literaire landschap voorgoed veranderen door het racistische spook dat erin rondwaart te verdrijven? Wat is dan de functie van een nogal vrijblijvend overkomende ‘zoektocht naar schoonheid’, waarvan Sherif grote voorbeelden ziet in de verhalen van Anton Tsjechov en de roman Nooit meer slapen (1966) van W.F. Hermans? Waar is Sherifs Lebak gebleven?!

Vamba Sherif en Maartje Wortel. Foto: Jan Boeve/De Balie.

Misschien is mijn reactie wel symptomatisch voor een mogelijke fout in het denken over geëngageerde auteurs: hun poëtica is maar al te gemakkelijk te reduceren tot een of twee politieke plannetjes. Hoewel zo’n simplificatie enigszins in de hand wordt gewerkt door een bundel als Zwart, blijft het de taak van de lezer om te zoeken naar de complexiteit van de politieke ruimte die in literatuur ingericht wordt. Je mag van literaire vormen immers verwachten dat ze een podium zijn voor een verscheidenheid aan stemmen, die gezamenlijk vrijwel nooit een zuiver akkoord laten klinken. De lezer moet dan maar uitmaken wie er vals zingt, en of dat erg is. Sherifs combinatie van activisme en een hernieuwd l’art pour l’art blijft in mijn ogen een contradictio in terminis, die me bij nader inzien juist benieuwd maakt naar zijn romans.

Ook Wortel ziet engagement vooral als een taak voor haar als lezer. Niet alleen in haar leeshouding, maar ook als het gaat om de boeken die ze kiest. ‘Het is meer een opdracht aan mij als gebruiker om m’n wereld groter te maken’, stelt ze. Dat mag denk ik als aanbeveling voor alle lezers gelden. Hun macht en verantwoordelijkheid vallen niet te onderschatten: het zullen de (professionele) lezers zijn die bepalen wie er over pakweg honderdvijftig jaar nog gelezen worden, wie ‘onze Multatuli’ wordt. Multatuli, die er in 1865 overigens zo zijn eigen ideeën over de lezer op nahield: ‘Het gemiddeld peil der lezers staat beneden ’t gehalte van den gebrekkigsten schryver.’ (idee 524) Hoeveel er sindsdien veranderd is, laat ik aan u…

 

Literatuur

Multatuli, Ideeën II, Amsterdam 1865/1880.
Rouw, E. & V. Sherif, Zwart. Afro-Europese literatuur uit de Lage Landen, Amsterdam 2018.

In het kader van de transparantie: Rebelse schrijvers. Wie zijn onze Multatuli’s  werd mede-georganiseerd door Vooys-redacteur Luck van Leeuwen.