Niet alleen het geschreven woord spreekt tot de verbeelding, ook films weten onze redactieleden te bekoren. Deze week trapt redacteur Jacoline Maes de nieuwe rubriek Vooys kijkt af. Zij bekeek alvast de nieuwe Nederlandse film Drama Girl, die vanaf 5 maart in de Nederlandse bioscopen draait.
In de literatuur zien we schrijvers die spelen met de dunne scheidslijn tussen feit en fictie, zoals Niña Weijers in Kamers antikamers (2019) of Maartje Wortel in Dennie is een star (2019). Films doen dit minder snel en als het wel gebeurt, bevragen ze meestal niet expliciet wat deze mengeling te zeggen heeft over de werkelijkheid en of er wel zoiets bestaat. Drama Girl van de jonge filmmaker Vincent Boy Kars is het tweede deel in een trilogie van films die draaien om het grijze gebied tussen documentaire en fictie (het eerste deel was Independent Boy). Wat mij betreft mogen er nog wel meer van dit soort experimenten naar het grote doek gebracht worden.
Het hoofdpersonage in Drama Girl is danseres Leyla de Muynck. Ze heeft een zware break-up achter de rug en haar vader is overleden. Als een vorm van therapie laat Kars haar scènes uit haar leven naspelen. Overigens is dit niet alleen therapie voor Leyla, maar ook voor Kars zelf, omdat ook hij zijn vader heeft verloren. Om haar ouders te vertolken zijn grote namen Pierre Bokma en Elsie de Brauw gestrikt door Kars, waar ook Leyla even van opkijkt als ze aan hen voorgesteld wordt. Wanneer ze scènes speelt, coacht ze Bokma en De Brauw in hun gedrag, zodat die haar ouders zo dicht mogelijk benaderen. Daarbij komt de vraag naar voren in hoeverre het mogelijk is om voor een camera zulke intieme momenten na te spelen en Kars probeert haar uit haar comfort zone te trekken. Ook voor de kijker is het wat onwennig, want als Pierre Bokma opgebaard ligt als Leyla’s vader is duidelijk te zien dat hij gewoon ademhaalt.
Ondanks dat onwennige, wat soms wat op de lachspieren kan werken, komt de film in zijn geconstrueerdheid verrassend authentiek over. De gesprekken die Leyla voert met bijvoorbeeld haar moeder of vriendje (gespeeld door Jonas Smulders) komen natuurlijker over dan veel gescripte dialogen in ‘gewone’ films. Dat Kars voor iemand koos zonder acteerervaring is dan ook waarschijnlijk een gouden greep geweest, omdat dat de mogelijkheid geeft om Leyla te zien groeien in haar ontwikkeling als actrice.
Tussen de nagespeelde scènes door zien we gesprekken tussen Leyla en Kars, waarin ze discussiëren over of je eigenlijk niet altijd een rol aan het spelen bent, ook in je echte leven. Hoewel deze vragen niet nieuw zijn, blijft de film toch interessant, wat er naar mijn idee mee te maken heeft dat je je gaat afvragen in hoeverre deze gesprekken niet ook gemanipuleerd zijn. Dat is wat mij betreft meteen het leukste aan een film als deze: je gaat alles bevragen, maar juist omdat de film zo open is over zijn houding om de wrijving tussen feit en fictie te onderzoeken, voel je je nooit voor de gek gehouden.