‘De lichtjaren’ van Jens Meijen

Lezen is heerlijk en dat mag geuit worden. Vooys laat eens in de zoveel tijd een redactielid aan het woord over het schrijfsel waarin hij of zij zich verdiept. Deze week: wat leest Lydia? In De lichtjaren werpt Jens Meijen een ecokritische blik op de wereld waarin we nu leven en denkt aan de wereld die er had kunnen zijn.

Afgelopen augustus verscheen bij Uitgeverij De Bezige Bij het tweede werk van de jonge Vlaamse auteur Jens Meijen, zijn debuutroman De lichtjaren. Naast schrijver is Meijen ook politicoloog en letterkundige en was hij de eerste Jonge Dichter des Vaderland van België. Eerder verscheen zijn bejubelde en in de prijzen gevallen dichtbundel Xenomorf (2019). Wat betreft het thema blijft de roman dichtbij de dichtbundel, omdat ook hierin de klimaatcrisis een centrale rol inneemt.

De spanning is voor de lezer direct voelbaar. De aarde zit vol met kraters, tuinen zijn veranderd in woestijnen en de hitte is drukkend. We zijn met De lichtjaren in de toekomst beland, waarin de aarde zanderig is en het water schaars. Ook al bevat de roman dystopische elementen, zoals stemmen die uit de holtes in de aarde klinken en tegen de personages spreken, toch is het geen dystopie en wil de roman veel meer uiting geven aan een mogelijk en realistisch toekomstscenario van onze eigen aarde. Een wereld waarin de mogelijkheden van de ‘virtual reality-brillen’ zich nog verder uitgebreid hebben en er zelfrijdende Tesla’s met een eigen bewustzijn door de straten zoeven. Een wereld waarin drones rondvliegen om pakketten te bezorgen en de openbare orde te bewaken. Een wereld waarin de klimaatcrisis de mensen uit de zuidelijke landen naar onder andere België heeft gedreven en de rijken naar het koelere noorden zijn vertrokken, zonder zich verder af te vragen hoe het er met de achterblijvers aan toe zal gaan. Spaans en Italiaans vermengen zich meer en meer met het Vlaams in de cafés. Is de roman geëngageerd, wordt er een oproep gedaan aan de lezer om beter om te gaan met de wereld waarin we leven? Mijns inziens is dat aan de leeshouding van de lezer zelf, maar de roman sluit zeker aan bij debatten die nu in de samenleving spelen.

Onverwachts krijgen de ik-figuur en zijn vriendin, die in de roman nooit bij naam worden genoemd, een pakket thuisgestuurd met daarin een heremietkreeft. Afzender onbekend. Deze kreeft vormt een belangrijk motief in de roman en draagt symbolische betekenis. Wat wil de komst van de kreeft hen vertellen en waar komt hij vandaan? Hij gedraagt zich eigenaardig, kan zachtjes tegen de personages praten en lijkt liever door de buizen rond te scharrelen dan in zijn luxe aquarium te verkeren. Ondanks de vreemde situatie zorgen de twee een poosje voor de kreeft, en offeren ze een groot deel van het weinige water dat ze hebben aan hem op. Tegelijkertijd lezen we dat een vriendin van de hoofdpersonen in verwachting is. Dit haalt oud maar diep verdriet bij de twee naar boven, aangezien zij te maken hebben met onvruchtbaarheid. De komst van de kreeft en deze zwangerschap van die vriendin, maken dat de vrouw zich vastklampt aan tarotkaarten en horoscopen om grip te krijgen op de situatie. Betekenisvol sluiten zij en haar vriend zichzelf op in huis, als een heremietkreeft die zich terugtrekt in zijn slakkenhuis. Het is echter niet alleen het zwangere lichaam van haar vriendin dat groeit, ook de hemellichamen lijken in beweging te zijn.

Met een prettige schrijfstijl voert Meijen de lezer afwisselend mee naar momenten uit het leven van de twee personages, waarin ze optrekken met de vriendengroep, naar feestjes gaan of thuis zijn met de kreeft, en momenten die lijken te bestaan in een parallel leven, of een parallel universum. Deze scènes roepen vragen op bij de lezer, maar vormen een interessante toevoeging aan de verhaallijn. De wereld waarin de personages leven krijgt hiermee een extra dimensie. Is er meer dan deze wereld? ‘Ik stel me voor dat zij, daar op de heuvel, een andere versie van ons zijn, op een andere tijdlijn, in een ander leven waarin we een kinderbuggy bij ons hebben en in onze armen een wezentje vasthouden’ en ‘De aardes, de toekomsten, de werelden vermenigvuldigen zich. Voor elke seconde een heel universum, een nieuw verhaal’.

De lichtjaren is een originele roman en past helemaal in onze tijd. Het verhaal leent zich voor een ecokritische benadering, waarin zowel de relatie tussen mens en dier als de klimaatcrisis centraal staan. Maar het gaat over meer: wat geeft je houvast, waarin geloof je en wat als er meer is dan wat we zelf kunnen zien?