‘Wij zijn licht’ van Gerda Blees

Lezen is heerlijk en dat mag geuit worden. Vooys laat eens in de zoveel tijd een redactielid aan het woord over het schrijfsel waarin hij of zij zich verdiept. Deze week: wat leest Bram? Wij zijn licht is het op waarheid gebaseerde verhaal over een Utrechtse woongroep waar een vrouw overlijdt, verteld vanuit het perspectief van de dingen om hen heen.

maart 2020

Wij zijn het boek Wij zijn licht. Als boek maak je niet gek veel mee, vooral niet als roman. Een reisgids maakt nog eens een rit, een biebboek reist van huis naar huis, maar een roman beleeft niet veel: die wordt gekocht, gelezen en belandt dan in een kast. Lezers zijn heel zuinig op hun boeken, dus het slachtoffer zijn wij. Wij blijven veilig thuis.

Nu komt deze lezer zelf ook niet veel buiten. Vanaf het moment dat wij hier op zijn nachtkastje liggen, is hij nauwelijks zijn kamer uit geweest. Hij komt pas laat uit bed, hij kleedt zich snel aan en gaat dan achter zijn laptop zitten. Dan horen we stemmen in de kamer. De lezer luistert naar colleges of overlegt met klasgenootjes over opdrachten voor school.

Wij vinden het een rare lezer. Sinds wij hier in deze kamer liggen, heeft hij nog geen boek aangeraakt. De boekenkast in de kamer verraadt dat hij wel ooit iets gelezen moet hebben, maar dat is dan lang geleden. Nu gebruikt hij de kast alleen nog maar als achtergrond bij colleges. Ja, hij kan wel interessant doen voor zijn medestudenten met al die boeken in z’n kast, maar wij weten dat die nepperd geen letter leest. Als hij klaar is met zijn laptop klapt hij geen boek open, maar ploft hij op bed neer. Het is een rare lezer.

Eigenlijk zijn we een beetje bedrukt. Het ziet er slecht uit voor ons. Eerst hadden we nog hoop dat hij ons ooit zou lezen en vervolgens cadeau zou doen of uit zou lenen aan een vriend, maar het lijkt er niet meer van te komen. We zullen nooit gelezen worden en we zullen al helemaal nooit meer iets van de wereld zien buiten deze kamer. Waarom moesten wij uitgerekend in huis gehaald worden door een ongeletterde kluizenaar? Waarom zíjn wij überhaupt hier? Een lockdown is misschien een geldig excuus om het huis niet te verlaten, maar het is geen reden om geen boeken meer te lezen, vinden wij.

Laten we maar niet meer hopen. We zullen maar proberen te wennen aan deze plek, en vooral proberen niet continu te letten op de balpen waar hij ons op heeft gelegd, waardoor we scheef liggen en er langzaam een lelijke vouw in onze rug ontstaat.

oktober 2020

Wij zijn uitgelezen! We hadden het niet meer verwacht, maar we zijn echt uitgelezen! De lezer lag een nacht te woelen omdat hij niet in slaap kon komen. Werktuigelijk greep hij naar zijn telefoon, maar daarbij stootte hij ons per ongeluk van het kastje. (We lagen dan ook erg wankel.) Hij raapte ons op, en sloeg ons open.

Toen de lezer ons las, lazen wij de lezer. Alle 25 hoofdstukken zijn geschreven vanuit een ander vertelperspectief: de nacht, het brood, maar ook de plaats delict of de slowjuicer. Al die stemmen vertellen een eigen verhaal, en al die verhalen vertellen samen, als een mozaïek van taal, een groter verhaal. Dit is het verhaal van de woongemeenschap Klank en liefde: vier mensen die zich vanuit hun persoonlijke overtuiging hebben afgezonderd van de wereld en leven op muziek en licht als vitaliserende elementen. Het verhaalt begint als één van de vier groepsleden overlijdt. In ieder hoofdstuk schijnt een andere stem uit de omgeving een ander licht op de situatie en wat eraan voorafging. Het laatste woord is aan het licht, die het verhaal afsluit:

Wij zullen er niets van vinden wat ze kiest. De keuze is aan haar, het kijken is aan u. Alles wat wij kunnen doen is bij haar blijven, haar gezicht verlichten, haar handen strelen; zorgen dat het wordt gezien.

Wij gaan over kijken en zien.

Als je weet dat je wordt gezien, ga je ook anders kijken. Wij zagen in ieder geval dat de lezer anders keek: ineens was de kamer waarin hij zo lang had gezeten een andere ruimte geworden. De voorwerpen om hem heen waren nu mogelijke vertelperspectieven van waaruit hij anders naar de kamer keek. De lezer zag dat een boek kan helpen om een ander perspectief in te nemen en uit je eigen hoofd te ontsnappen. Zeker als je niet naar buiten kan om andere mensen te zien, kan een boek helpen.

Wij vermoeden dat ook deze lezer te zuinig is om ons uit te lenen, dus we zitten hier nog wel even. Dat vinden we niet meer zo erg. Wij zijn zelf niet op reis geweest, maar we zijn wel uitgelezen, en we hebben gezien dat we de lezer kunnen meevoeren naar een andere plek, en dat is misschien wel beter. Wij zijn een reis.